166 Mening
Zomaar een mening hebben is niet moeilijk. Maar een mening goed onderbouwen en nuanceren, dat is wel moeilijk. Professionele recensenten worden geacht dat te doen: kranten en andere nieuwsmedia betalen hen daarvoor.
De schrijver Sytske van Koeveringe, die bekend staat om haar openhartige boeken, heeft er recent op gewezen dat professionele boekrecensenten in Nederland hun werk vaak niet goed doen. Ze is niet de eerste schrijver die vraagtekens plaats bij het werk van recensenten. Over hoe boeken besproken zouden moeten worden is in Nederland al zo’n ruim 300 jaar heibel, sinds er boekrecensies geschreven worden. Schrijvers voelen zich vaak gepikeerd bij een negatieve recensie, en schrijven nogal eens terug. Als een en ander uitmondt in heen-en-weer-schrijven, heet dat een polemiek.
Waarom gebeurt zoiets?
Eigenlijk is de polemiek tussen bijvoorbeeld een recensent en een schrijver te danken aan het feit dat ze bijna altijd allebei een beetje gelijk hebben. Ze houden elkaar in evenwicht, en gaan verbaal ‘armpje drukken’ om te kijken wie er wint. De recensent is een professionele lezer, die bij machte is om een boek in een context te kunnen plaatsen en te vergelijken met andere – geslaagde en niet-geslaagde – boeken, waardoor zijn/haar mening genuanceerd en onderbouwd is. Voor de schrijver geldt dat hij/zij jarenlang gezwoegd heeft op een boek, en als geen ander de inzet, diepgang en bedoeling ervan kent (en voelt). Tel daarbij op de beperkte ruimte die een krant heeft voor een recensie, waardoor oppervlakkigheid op de loer ligt, en de lont in het kruidvat vat al bijna vlam.
In deze oefening lees je over een paar recente polemieken tussen schrijvers en recensenten en schrijf je zelf een vervolg op die polemiek.
- Lees het volgende fragment uit Vrouw doet dit, dat van Van Koeveringe. Het boek gaat over Van Koeveringe’s leven met kanker nadat zij de diagnose borstkanker kreeg. Ze legt in dit fragment uit hoe recensenten hun mening vaak gebruiken, en hoe het zou moeten:
Niet alleen in gesprekken, ook in recensies over boeken kunnen verdrietige of schrijnende onderwerpen in boeken worden aangeduid met: Niet sentimenteel! Of: schrijnend onderwerp, maar niet pathetisch! Of juist andersom: te sentimenteel, te pathetisch, te zwaar op de hand, te... etc. Twee zinnen later wordt het boek met de grond gelijkgemaakt. Dit fascineert me, want het doet me denken aan mijn andere fascinatie (een van de talloze), namelijk het ‘beschuldigen’ van iemands keuze (gedrag).
Wanneer iemand zegt dat je een egoïst bent heeft de zogenaamde egoïst in kwestie in principe geen mogelijkheid meer om hierop in te gaan want de ander heeft haar al tot egoïst ‘gemaakt’.
Ik vraag me af, zo ook bij het lezen van een recensie, van waaruit neemt zij dat standpunt in? Mag de egoïst (de schrijver) in kwestie óók nog haar deel van het verhaal kwijt of zit het zo dat wanneer zij een label krijgt opgeplakt, zij dat ook daadwerkelijk is? Of omdat ze al een heel boek heeft geschreven heeft ze al genoeg gezegd…?
Maar kun je dan niet beter zeggen: Ik vind dit een egoïstische keuze want…. In plaats van: Je bent een egoïst… In recensies idem dito: Mijns inziens is het te pathetisch want… in plaats van: te pathetisch. Misschien zijn recensenten afhankelijk van het aantal woorden maar dan nog, je kan genuanceerder zijn als je het hebt over andermans werk. Wanneer je je persoonlijk uitdrukt kan de lezer, toeschouwer of gesprekspartner meer naar je toekomen. Al valt er natuurlijk iets te zeggen over wat die ander jou opplakt, in welke context en op wat voor manier: want in hoeverre laat je je definiëren door wat een ander zegt, wat een ander je oplegt? (en al helemaal de recensent)
- Hoe gaat een recensent vaak om met de eigen mening?
- En hoe zou het moeten volgens Van Koeveringe?
- Lees uit datzelfde boek van Van Koeveringe dit fragment waarin zij uitlegt waarom een recensent op haar manier om zou moeten gaan met de eigen mening:
Toen ik deze tekst (exact deze tekst) in november tweeduizendnegentien naar NRC Handelsblad stuurde, werd het afgewezen voor een publicatie.
Het is te vaag, te meanderend.
Je komt niet echt tot een conclusie.(dus ik zei: zal ik lekker in je bek schijten?)
(nee, dat zei ik niet, ik was gewoon teleurgesteld)Maar ik dacht wel: is dat niet juist wat pijn is?
Pijn meandert de dagen door.
- Wat is voor Van Koeveringe de reden dat een recensent met de eigen mening voorzichtig om moet gaan? Kijk vooral naar het zinnetje “Maar ik dacht wel: is dat niet juist wat pijn is?”. Wie weet volgens Van Koeveringe echt wat er in een boek zou moeten staan, en wie niet?
- Lees nu dit fragment van een andere Nederlandse schrijver, Lale Gül, die de polemiek met een recensent zocht door in haar column in de krant Parool te reageren op een recensie van haar boek Ik ben vrij die in de krant Trouw verscheen. Gül kiest een wat andere aanvalstactiek dan Van Koeveringe.
Blijkbaar moet ík tegenwoordig uitleggen dat een boekenrecensent niet haar mening moet geven over de politieke ideologie of opvatting van personages in een roman, en of die stroken met de hare, maar meer hoort te kijken naar zaken als stijl, vorm en taalvaardigheid.
- Van Koeveringe doet een beroep op de recensent die moet bedenken dat schrijvers – net als alle mensen – hypergevoelig zijn voor kritiek, en kritiek ook niet verdienen als zij over iets schrijven waar de recensent veel minder van afweet dan de schrijver zelf. Wat doet Gül hier om de recensent aan te vallen?
- Lees dit fragment van Van Koeveringe waarin zij een boek van Tim Parks recenseert. Het is geen recensie voor een krant, maar wel een tekst waarmee zij haar oordeel velt over Parks’ boek:
In het boek Leer ons stil te zitten van Tim Parks bestaat het eerste deel veelal uit onbegrip om Parks’ lijf dat pijn heeft tijdens het plassen. Hij schaamt zich, is ontzet en boos op zijn lichaam. Het doet niet wat hij ervan verwacht: stilzitten en schrijven op door Parks bedachte tijden (zonder pauzes).
In plaats van dat hij naar de arts stapt en een onderzoek laat doen, is hij boos en bang voor de eventuele nare uitslag en loopt hij zich in het eerste deel van het boek te verzetten. Ondanks dat ik het een kutboek vond, herkende ik mezelf in zijn verzet, zijn frustratie en zijn teleurstelling jegens zijn lichaam. Jij (de ratio) wil iets. Maar krijgt dit niet. Omdat het lichaam (ook jij) iets anders doet. Omdat je (ik) je zin niet krijgt, word je boos op zo ongeveer de hele wereld. Misschien vond ik het daarom een kutboek: te confronterend (oké en omdat ik vond dat het slecht geschreven was).
- Houdt Van Koeveringe zich aan de eisen die zij aan een recensent stelt? Maakt zij verschil tussen Parks als persoon aan de ene kant en zijn boek aan de andere kant?
- En wat zou Gül vinden van de redenen waarom Van Koeveringe een negatief oordeel over Parks’ boek velt?
- Schrijf nu als lezer een reactie aan een van beide schrijvers in de vorm van een brief of een recensie van hun recensie. Kies voor Van Koeveringe of Gül, en schrijf een tekst van maximaal 200 woorden aan een van hen.
- Als je voor Gül kiest, lees dan eerst een aantal recensies van haar boeken, zoals deze en deze(onder die laatste recensie staan reacties van lezers die ook interessant zijn).
- Bedenk voor je gaat schrijven het antwoord op deze vragen, of kom al schrijvend op je antwoord:
- helpt het jou als dat Van Koeveringe zo persoonlijk reageert op het boek van Parks?
- ben jij het eens met Gül, die vindt dat een recensent alleen op stijl, vorm en taalvaardigheid mag oordelen, en niet over het gedrag van personages?
- ben jij ervoor of ertegen dat recensenten voorzichtig moeten oordelen?
- moet een recensent rekening houden met de lichtgeraaktheid van de schrijver, of niet?
- wat kwalificeert iemand voor het vellen van een oordeel?
- Sytske van Koeveringe (2021), Vrouw doet dit, dat. Amsterdam: Atlas Contact.
- Lala Gul (2024), ‘Nee, mijn boek is geen ‘sleetse Wildersretoriek’’, Parool.


