Deze oefening is onderdeel van leerlijn: Dagboek - 6

56 Journalistieke observatie

Journalisten die op reportage zijn – op pad zijn om verslag te gaan doen van iets – kijken rond als een fly-on-the-wall. Ze doen zelf zo min mogelijk mee met wat er gebeurt, maar observeren wel heel goed wat er gebeurt. En maken aantekeningen die hen gaan helpen verslag te doen.

Journalisten gaan op pad als ze iets belangrijk genoeg vinden om er verslag van te doen, om er zelf indrukken op te doen, en die weer met anderen te delen. Hun verslag noem je een reportage. In het begin de reportage die journalisten schrijven, willen ze twee dingen: laten merken dat zij erbij waren, en dat wat er gebeurde is ook voor jou als lezer van belang is.

In deze oefening ga je het begin van een reportage leren schrijven. Je moet daarvoor zowel goed observeren, als ook goed kunnen laten merken dat je erbij was, en uitleggen dat dat ook voor de lezer interessant was. Hoe doet een journalist dat?

Je kunt meteen naar de volgende stap en gaan schrijven, maar wil je eerst meer weten over het genre ‘reportage’ voor je gaat schrijven, kan dat in deze stap. Je kunt een paar dingen doen:

  • bedenk waarover je een reportage wilt schrijven: neem een gebeurtenis uit je directe omgeving waar je zonder problemen als journalist bij kunt zijn, en waar iets gaat gebeuren dat voor anderen interessant gemaakt kan worden door jou. Denk simpel, dus bijvoorbeeld: de diploma-uitreiking van een vriend, of het feestje waar je toch al heen zou gaan;
  • ga daarheen, en kijk goed om je heen, als die fly-on-the-wall;
  • maak aantekeningen. Maak in ieder geval een aantekening waarin je de gebeurtenis in beelden beschrijft. Dus bijvoorbeeld in het geval van een diploma-uitreiking van een vriend: wat heeft die aan voor deze gelegenheid, en wat zegt dat over wat die gelegenheid voor je vriend betekent, en waarom is dat zo? De keuze van die kleding, dat beeld, kun je goed gaan gebruiken in je reportage.

In het begin van een reportage wil je als journalist meteen zeggen: “ik ging ergens naartoe om zien wat daar gebeurde, en wat ik zag was ook voor jou interessant, want ….. “.

  • schrijf de eerste alinea van een reportage waarin dit allemaal staat. Beschrijf het beeld uit je aantekeningen en dus de betekenis en het belang van de gebeurtenis in de eerste alinea van je reportage, en je hebt je eerste alinea van een reportage.

Journaliste Ianthe Sahadat van de Volkskrant won in 2011 de Tegel prijs voor het beste nieuwsverhaal, met een reportage over diplomafraude bij de Hogeschool InHolland.

  • lees de eerste alinea’s van die reportage:
  • herlees de eerste alinea’s van die reportage om te zien hoe ze die daar beschrijft: wat vertelt ze wel/niet, en waarom zou dat zo gedaan zijn?
  • wat wordt de lezer door die eerste alinea’s meteen duidelijk, waarom wil de journalist dat jij dit ook weet?
  • herschrijf het begin van je reportage, door nog eens goed te kijken naar wat je wel en niet in dat beeld van de gebeurtenis wist te vangen. Wat beschreef je wel, wat niet? Zou dat nog sterker kunnen?

Beoordeel je eindproduct met deze matrix.

Deze oefening kwam tot stand met de hulp van de webredactie van Vrij Nederland en DiaTaal.

Zoek een nieuwe oefening
Neem contact met ons op