In deze opdracht leer je beeldspraak gebruiken. Spelenderwijs maak je sprekende vergelijkingen waar je iedereen, ook jezelf, mee kunt verrassen.

In deze oefening ga je woorden anders gebruiken dan je gewend bent, om nieuwe betekenissen van die woorden te vinden.

Niemand kan een schrijver vertellen waar hij of zij over moet schrijven. Toch is het goed om te weten dat alle dingen waarover jij nadenkt ook in de gedachten van anderen voorkomen. Deze oefening reikt een aantal ideeën en denksporen van anderen aan die jou helpen nadenken over wat je wilt schrijven.

In deze oefening leer je te onderzoeken hoe je als schrijver eigenlijk altijd een oordeel verpakt in wat je schrijft, zelfs als je denkt dat dat niet zo is. Kan schrijven wel zonder het oordeel van de schrijver?

Door dingen als mensen te beschrijven, kun je je lezers heel anders over die dingen laten nadenken. In deze oefening leer je hoe je dat doet. En wat het je als schrijver oplevert.

Als je nieuws hoort, is het niet moeilijk om daar meteen iets over te zeggen, Maar als je schrijft, kun je net even iets langer nadenken over het nieuws. In deze oefening leer je zo op nieuws te reageren dat anderen erdoor gaan nadenken.

In deze oefening leer je zo te schrijven dat je lezer meer dan één betekenis kan geven aan wat je schrijft.

De inhoud van sommige teksten bereiken de lezer beter als je de tekst in versregels opschrijft. In deze oefening leer je hoe dat te doen.

In deze oefening leer je een speech te schrijven die in een moeilijke situatie voor zoveel mogelijk mensen iets goeds doet.

Een goede aantekening maken in de kantlijn van een boek kan je helpen te begrijpen wat je leest. In deze oefening leer je zo’n aantekening schrijven en gebruiken.