Deze oefening is onderdeel van leerlijn: Column - 5Fabel - 8

44 Plot vinden

Je denkt misschien dat je bij het bedenken van een verhaallijn (een plot, de lijn van dingen die er in je verhaal gebeuren) alles zelfs moet verzinnen. Maar niets is minder waar: schrijvers halen hun ideeen voor het plot heel vaak uit de werkelijkheid. Alleen, ze maken een vertaalslag. Ze schrijven niet precies op wat er gebeurde, maar geven er een eigen draai aan.

Hoe je die draai maakt, en je dus een geheel eigen plot krijgt, leer je in deze oefening.

  • kies een gebeurtenis die in het nieuws was en die je interessant vond of waardoor je werd geraakt. Het mag een ‘serieus’ nieuwsbericht zijn, maar net zo goed een nieuwtje over je favoriete zanger, een roddel of iets grappigs;
  • beschrijf het bericht dat je kiest heel kort in je eigen woorden. Breng zo precies mogelijk de verhaallijn (dat wat er gebeurde, de lijn tussen alle gebeurtenissen) onder woorden.
  • bedenk waar het bericht voor jou in de kern  over gaat. Welk gevoel of welke gedachte roept het bij je op, waar gaan alle gebeurtenissen echt over?
  • een voorbeeld: in het geval van de misstanden (dingen die verkeerd zijn) bij het tv-programma The Voice gaat dat vooral over macht, over man-vrouwverhoudingen, over zwijgcultuur, over lust (verlangen, meestal naar seks) enzovoort. Het debat over de coronapas: gaat dat over vrijheid, over gezondheid of toch ook weer over macht? Enzovoort.
  • schrijf zo kort mogelijk op wat voor jou de kern van de gebeurtenissen, de plot, is.
  • bedenk nu zelf een andere situatie waarin diezelfde gedachte of datzelfde gevoel een belangrijke rol speelde; de gebeurtenissen waren heel anders, maar ze draaiden om hetzelfde;
  • beschrijf ook de gebeurtenissen van deze situatie, de plot, zo kort mogelijk op.
  • nu ga je een kort verhaal of gedicht schrijven (ca. 150 woorden) met behulp van de beschreven situatie die je koos, en de situatie die je erbij zocht en ook beschreef;
  • begin met het neerzetten van de situatie. Waar speelt het zich af (bijv in een huis, een kantoor of een weiland, een rangeerterrein (een terrein waar goederentreinen worden gesplitst en samengesteld)). Beschrijf ook wie daar zijn, je personages;
    • tip 1: kies niet te veel personages, minder is overzichtelijker en meestal spannender, dramatischer;
    • tip 2: probeer een eerste zin te vinden die nieuwsgierig maakt, maar nog niet je hele verhaalijn verraadt;
  • beschrijf nu de gebeurtenis die de kern van je verhaalijn vormt. Waar dus de gebeurtenissen die je uitkoos echt over gaan (bijvoorbeeld: Je baas ontslaat jou ten onrechte; of: je vriend of vriendin bekent een ander te hebben;
  • beschrijf nu het gevolg van die gebeurtenis, de conclusie en vooral hoe de personages erop reageren.
    • tip1: vul niet alle details in, richt je op de hoofdlijnen en bedenk dat belangrijke gevoelens of gedachten vaak niet worden uitgesproken. Ze zijn wel af te lezen aan iemands gezichtsuitdrukking of lichaamstaal.
    • tip 2: net als bij de beginzin is het goed als de laatste zin iets te raden laat en de lezer nieuwsgierig blijft hoe het verhaal/gedicht verder had kunnen gaan.
Zoek een nieuwe oefening
Neem contact met ons op