Oefeningen

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Co_Westerik,_Touwtjespringend_meisje_%2801%29.jpg
168

Rechtspraak

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening schrijf je als een advocaat en rechter een pleidooi en vonnis op basis van een waargebeurde zaak.

Maak de oefening
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Hermione_Granger_by_Reilly_Brown.JPG#filelinks
167

Betwetertje

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening bedenk je een personage dat klein, jong en alwetend is. Een betwetertje dus: welke rol zouden die in de wereld van de volwassenen kunnen en moeten spelen?

Maak de oefening
166

Mening

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening meng je je als lezer in een polemiek tussen schrijvers en recensenten.

Maak de oefening
165

Groot goed

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening ga je je mengen in een polemiek die tot doel heeft voor de goede zaak te vechten.

Maak de oefening
163

Polemist

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening zet je een polemiek in scène. Misschien ligt de rol van polemist je niet, maar mocht je nog eens met rake woorden iets ter discussie willen stellen, dan kun je dat.

Maak de oefening
164

Standpunt

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefeningen leer je technieken kennen waarmee je bepaalde soorten standpunten kunt testen op hun sterkte.

Maak de oefening
162

Belangenafweging

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening ga je leren door het schrijven van een verhaal tot een belangenafweging te komen van al diegenen die bij een kwestie betrokken zijn die ofwel interessant vindt, of die je hoog zit.

Maak de oefening
161

Sarren

Vaardigheid: creativiteit

In deze oefeningen leer je iemand met woorden te sarren: met herhaling te prikken tot het voor iemand zo onaangenaam wordt dat er een reactie volgt.

Maak de oefening
160

Roast

Vaardigheid: taalvermogen

In deze oefening leer je schelden op een manier die een schrijver past. Niet om te beledigen, maar om iets scherp te krijgen

Maak de oefening
159

Ad hominem

Vaardigheid: taalvermogen

Stel, je ben een polemiek – een woordenstrijd – met iemand begonnen. Je kunt dan kiezen voor twee dingen: je aanval richten op wat diegene schrijft, of op wie het schrijft. In dat laatste geval spreken we  van ‘een ad hominem’ (een afkorting van het Latijnse argumentum ad hominem: een argument dat op de persoon gericht…

Maak de oefening