4 Anekdote
Een anekdote is een kort verhaaltje over iets wat gebeurd is. Een verhaal met een punt: een verhaaltje dat je niet zomaar vertelt. De kunst van het vertellen van een anekdote is dat punt goed te maken.
Je oefent eigenlijk de hele dag al voor het schrijven van een anekdote. Want een goede anekdote schrijven, is hetzelfde als goed kunnen vertellen. En vertellen doe je de hele dag door, als je anderen uitlegt wat je allemaal overkomt. Hoe vertel je iets nu zo goed dat je er de aandacht van je lezer of luisteraar mee vasthoudt? Dat leer je in deze oefening.
Wil je meer weten over het genre anekdote, kijk dan in het Algemeen Letterkundig Lexicon. Wil je een voorbeeld van een anekdote, van de 17e-eeuwse schrijver Arnoud van Overbeke, klik dan hier .
- Zoek een gesprekspartner die je straks in maximaal 5 minuten iets gaat vertellen over jouw voordeur.
- Als je niet meteen weet wat je wilt gaan zeggen, stel jezelf dan vragen over je voordeur. Wat betekent jouw voordeur voor jou? Wat maakte je al eens mee dat zich in de buurt van, of door jouw voordeur gebeurde? Belde er wel eens iemand aan die je niet verwachtte? Of belde er wel eens iemand aan voor wie je niet opendeed? Je kan in die voorbereiding ook je gesprekspartner al gebruiken. Vraag hem of haar je vragen te stellen, zodat je meer inspiratie op kunt doen.
- Vertel nu aan je klasgenoot wat je bedacht hebt. Neem het op, zodat je er in de volgende stap nog eens naar kunt luisteren.
Schrijvers doen niet anders dan vertellen. We gaan de kunst bij ze afkijken.
Onderbouw
Lees dit korte verhaal van Anna Dijk, ‘Gebouwen‘, en kijk goed hoe zij de anekdote die centraal staat in dit verhaal precies vertelt. Welke details vertelt ze, en waarover geeft ze die wel (en niet)? En hoe gebruikt ze wat het personage ziet, voelt, ruikt en ervaart om de beschrijving zo te maken dat je er als lezer in meegesleept wordt?
Bovenbouw
Lees deze column van Ellen Deckwitz, ‘Gesloten deur‘, en kijk goed hoe zij de anekdote die centraal staat in deze column precies vertelt. Welke details vertelt ze wel (en niet)? En hoe gebruikt ze wat het personage ziet, voelt, ruikt en ervaart om de beschrijving zo te maken dat je er als lezer in meegesleept wordt?
- Luister terug wat je je klasgenoot vertelde.
- Schrijf nu op wat je wilde vertellen. Wil je meer details gebruiken om het sterker te maken, of juist minder?
Deze oefening is gemaakt met hulp van Diataal.