151 Strafeis
Als je iets eist, zeg dat je dat iets wat jou betreft moet gebeuren. Wat je eist, zul je niet altijd krijgen. Vooral niet als je iets eist van iemand die ouder is dan jij. In het boek Floddertje van Annie M.G. Schmidt zijn de hoofdpersonages heel jong, en ze hebben bedacht dat je maar beter kort en krachtig kunt zijn als je iets eist. Ze besluiten allemaal een letter op hun achterhoofd te zetten, gaan in een rij staan, en daardoor lezen hun ouders wat ze willen:
WIJ EISEN IJS!
Het is een beroemd geworden zinnetje dat je vaak terug ziet komen in campagnes, protesten en reclames.
In deze oefening ga een speciaal soort eis schrijven, een strafeis. Je kruipt daarvoor in de rol van een aanklager, degene die in een rechtszaak vraagt om een gevangenisstraf, geldboete of taakstraf voor de verdachte. De rechter beslist uiteindelijk of de strafeis ingewilligd wordt – of de eis redelijk was.
De strafzaak waar het om gaat halen we uit het boek Patroon van Marco Kunst. Mylo, de 16-jarige hoofdpersoon van dit boek heeft zijn vriend Mees gedood toen ze samen aan het spelen waren met een kogel van Mylo’s opa. Als aanklager ga je een strafeis voor hem schrijven. Kort, maar ook krachtig omdat je de juiste argumenten verzamelt.
De strafeis in een onderdeel van veel een langere tekst – het zogenoemde requisitoir – die de aanklager aan de rechter voorlegt. In een requisitoir worden:
- de feiten op een rij gezet en het bewijs gewogen;
- wordt ingeschat hoe ernstig het is wat de verdacht deed, gezien wat er in de wet staat;
- wordt bekeken onder welke omstandigheden de verdachte dat deed.
Je gaat niet het hele requisitoir schrijven, alleen de eis. Maar je moet wel je gedachten over het bewijs, de ernst van de zaak en de omstandigheden op een rijtje hebben. Doe daarom voordat je de eis schrijft, eerst deze drie dingen:
- Verdiep je in de zaak door te lezen: een fragment uit het boek Patroon van Marco Kunst en een uitleg over de wetsartikelen over moord, doodslag, dood door schuld.
- Schrijf je gedachten over het bewijs, de ernst van de zaak en de omstandigheden op. Dat kan in steekwoorden, in rijtjes, wat je maar handig vindt om overzicht te krijgen.
- Gebruik die gedachten om deze beslissing te nemen: is wat Mylo deed moord, doodslag, dood door schuld, of geen van die drie? Wat je dus moet beslissen, is of wat er in de wet staat, geldt voor Mylo’s situatie.
- Onderbouw je keuze met citaten uit het fragment van Patroon en de wetsartikelen
Omdat Mylo nog niet volwassen is, maar 16, valt hij onder het jeugdrecht. Daardoor heb je iets meer keuze voor de straf die je kunt eisen.
- gevangenisstraf
- geldboete
- leerstraf (een cursus of training)
- taakstraf (verplicht onbetaald werk dat zoveel mogelijk aansluit bij het misdrijf)
- maatregel (plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, of het betalen van een schadevergoeding aan de overheid).
Kies op basis van je beslissing uit de vorige stap een passende straf en onderbouw die keuze ook weer met citaten uit het fragment van Patroon en de wetsartikelen. Let op, je kunt als aanklager ook nog stellen dat iemand schuldig is, maar geen straf verdient.
Schrijf zo kort mogelijk je strafeis op, met daarin:
- ernst van de zaak (je beslissing of dit moord, doodslag, dood door schuld, of geen van die drie is, en daarbij je onderbouwing uit Patroon en de wetsartikelen);
- verzachtende omstandigheden (als die er zijn, gezien wat je las in Patroon en de wetsartikelen)
- passende straf (met onderbouwing uit de wet).
Je klasgenoten lazen ook Patroon en de wetsartikelen:
- vergelijk jullie strafeisen, zijn ze gelijk of niet?
- als ze niet gelijk zijn, zie jij dan reden om jouw strafeis te herschrijven, als je die van je klasgenoten ziet?
- Fragment uit Marco Kunst, Patroon (Gottmer, 2022) via RijkeTeksten.org.
- http://rechtspraak.nl