Deze oefening is onderdeel van leerlijn: Interview - 10

42 Interview

Journalisten kunnen mensen die iets hebben zien gebeuren (ooggetuigen) interviewen als ze heel betrouwbaar willen beschrijven wat er precies gebeurde. Eén ooggetuige interviewen (ondervragen) is dan niet genoeg. Want we weten dat mensen zich niet alles goed herinneren, zeker als er iets belangrijks of heftigs gebeurt.

Daarom plakken journalisten niet zomaar alles wat ooggetuigen vertellen achter elkaar om betrouwbaar verslag te doen van wat er gebeurde. Ze wegen dingen tegen elkaar af. Waarover vertellen de ooggetuigen hetzelfde? Waarover vertellen ze iets heel anders, en hoe komt dat? Hoe beter journalisten dit uitzoeken, hoe betrouwbaarder ze verslag kunnen doen.

In deze oefening leer je ooggetuigen interviewen en op basis daarvan een betrouwbaar verslag van een gebeurtenis schrijven.

Wil je nog iets meer weten over interviewen voor je aan de oefening begint?

 

  • Kies een recente gebeurtenis op school waar iedereen het nog steeds over heeft.
  • Schrijf in een paar woorden voor jezelf op wat jij denkt dat er gebeurde (bijvoorbeeld: ‘ruzie op de trap en toen werd er iemand van de trap geduwd’).
  • Schrijf ook op waarom je denkt dat iedereen het nog steeds over die gebeurtenis heeft (bijvoorbeeld: ‘die twee hebben al veel langer ruzie, pech dat ze elkaar daar tegen kwamen’. Of: ‘veel stress de laatste tijd, we zitten met teveel leerlingen in een te klein gebouw’). Probeer een beetje verder te denken dan de gebeurtenis zelf als je dit opschrijft: wat zit er misschien wel achter wat er gebeurde? Heeft het misschien iets te maken met een groot thema als ‘vrijheid’? Iemand was boos omdat-ie te weinig vrijheid kreeg van iemand anders, of iemand klaagde omdat anderen teveel vrijheden kregen. Kijk eventueel terug op je oefening ‘Vrijheid‘ om te zien waar vrijheid allemaal om draait, en soms zo lastig te krijgen is ook al wil iedereen graag vrijheid voor zichzelf.
  • Bedenk een aantal vragen die je wilt stellen aan de getuigen. Heb je moeite met het verzinnen van de vragen, kijk dan nog eens naar de resultaten van je oefening ‘Nieuwsgierigheid‘ en ‘Formulier‘, of maak deze oefeningen voor je verder gaat.
  • Verzin vooral open vragen. Dat zijn vragen waar het antwoord niet wordt gesuggereerd.
    Als je vraagt: ‘Was je bang?’ dan dwing je de ooggetuige al om te reageren op het woord ‘bang’, en krijg je als antwoord alleen ‘ja’ of ‘nee’.  Vraag daarom ‘hoe voelde je je?’ want dan kan de getuige zelf het antwoord bedenken. Misschien zegt hij/zij dan ‘bang’, maar misschien ook ‘zenuwachtig, geschrokken’ en dan weet je meer.
  • Zoek maximaal drie ooggetuigen en nodig ze uit voor een interview. Die getuigen moeten echt zelf bij de gebeurtenis geweest zijn.
  • Nodig elke ooggetuige uit voor een apart gesprek.
  • Je wilt echt een persoonlijk verhaal van de ooggetuigen. Creëer daarom een goede sfeer voor het gesprek, want iemand die gespannen is vertelt niet vrijuit.
  • Neem de tijd voor het interview.
  • Ga met elkaar op een rustige plek zitten.
  • Haal wat te drinken voor de getuige.
  • Stel je vriendelijk op. Ook als je de ooggetuige niet aardig vindt, doe alsof je hem/haar helemaal begrijpt.
  • Stel dezelfde vragen aan alle drie de ooggetuigen.
  • Neem drie ooggetuigenverhalen op (bijvoorbeeld met je mobieltje).
  • Laat ze vertellen hoe ze die gebeurtenis hebben meegemaakt.
  • Let op dat je zelf neutraal blijft. Laat nooit merken wat je ervan vindt: reageer niet op hoe ze het vertellen, of op wat ze vertellen.
  • Reageer alléén als wat ze vertellen niet duidelijk of precies genoeg is. Dan vraag je of ze het nog wat beter willen uitleggen.
  • Vertel niet aan de getuige die je interviewt wat de andere ooggetuigen gezegd hebben.
  • Luister de opname af en noteer verschillen en overeenkomsten. Als je een schematisch overzicht wilt, kun je ze ook in een soort matrix zetten, of in een excel. Waar zie je verschillen in hun verhalen?
  • Nu moet alles in één tekst worden samengebracht. Eerst moet je de informatie ordenen. Dat kun je doen door antwoorden op deze vragen te bedenken:
    • Welke volgorde is logisch? Zoek de citaten die je sowieso wilt gebruiken, en zet ze in die volgorde.
    • Welke verschillen zijn er tussen de verhalen, en hoe ga je daarmee om? Hoe belangrijk zijn die verschillen? Zoek de citaten die die verschillen verduidelijken.
    • Welke details wil je opnemen, en waarom? Zoek details die de verschillen treffend verwoorden.

Nu heb je een hele reeks aan citaten.

  • Zet korte tussenstukjes met jouw uitleg tussen de citaten. Probeer verbindingen te leggen tussen de ene en de andere getuige. Wissel telkens van ooggetuigenverhaal, dan komen de verschillen het best tot hun recht.
  • Geef in deze tussenstukjes niet jouw mening. Wat je zelf al dacht over de gebeurtenis (zie stap 1 van de oefening), maar hier helemaal niet meespelen. Kijk hoe dat moet in de masterklas van journalist Khalid Kasem over neutrale taal
  • Als het goed is ontstaat er een tekst over de gebeurtenis die ook laat zien dat de drie ooggetuigen die gebeurtenis net niet helemaal op dezelfde manier hebben meegemaakt.
  • Schrijf tot slot, onderaan, een commentaar waarin je schrijft hoe jij denkt dat het gegaan is. Daar kun je wel terugkijken op wat je zelf al dacht. Misschien zie je het nu heel anders, of nog steeds hetzelfde?

Als je klaar bent met schrijven, wees dan nog kritisch op jezelf en je tekst. Stel jezelf deze vragen:

  • Heb je de ooggetuigen gelijk behandeld? Hebben ze evenveel tijd gekregen om hun verhaal te doen? Heb je ze laten uitpraten?
  • Heb je genoeg doorgevraagd? Ben je scherp geweest tijdens het interviewen?
    (Vaak kom je er bij de tweede die je interviewt achter: ‘Oh ja, dat had ik nummer 1 ook moeten vragen.’)
  • Durfden de ooggetuigen alles te zeggen? Hebben ze wel de waarheid gesproken, hebben ze wel alles verteld wat ze wisten?
  • Wiens beschrijving van de gebeurtenis is het uiteindelijk geworden? Werd je in de greep gehouden door de ooggetuigen, of was jij als schrijver uiteindelijk de baas? Kijk heel kritisch naar jezelf: wat vond jij, wat vonden de geïnterviewden?
  • Het kan zijn dat er nog een interviewronde nodig is. Met deze ooggetuigen, of met anderen, om een nog betrouwbaardere non-fictietekst te krijgen.
Zoek een nieuwe oefening
Neem contact met ons op