Belangenafweging

162

Belangenafweging

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening ga je leren door het schrijven van een verhaal tot een belangenafweging te komen van al diegenen die bij een kwestie betrokken zijn die ofwel interessant vindt, of die je hoog zit.

Maak de oefening
159

Ad hominem

Vaardigheid: taalvermogen

Stel, je voelt dat je een discussie op inhoud gaat verliezen. Je bent door al je argumenten heen, en kan niets meer bedenken waardoor je discussie gaat winnen. Dan kun je de persoon gaan aanvallen met wie je aan het discussiëren bent. Alsof je in voetbal niet de bal probeert te raken, maar je tegenstander….

Maak de oefening
153

Parool

Vaardigheid: creativiteit

In deze oefening ga je op zoek naar een lijfspreuk: een kort stukje tekst dat helemaal bij jou past.

Maak de oefening
151

Strafeis

Vaardigheid: genre

In deze oefening schrijf je een strafeis: is de verdachte schuldig, gezien de wet en welke straf past daarbij?

Maak de oefening
150

Smeekschrift

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening leer je een smeekschrift schrijven. Smeken die je misschien niet elke dag, maar als het een keer nodig is, hoe schrijf je dan?

Maak de oefening
149

Hoe gaat het met je?

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening leer je antwoord geven op een vraag die hopeloos open is: ‘hoe gaat het met je?’, maar die mensen wel graag aan elkaar stellen. Waar begin je als schrijver met een antwoord?

Maak de oefening
143

Reconstructie

Vaardigheid: taalvermogen

In deze oefening train je je geheugen, want dat is een belangrijk hulpmiddel voor elke schrijver.

Maak de oefening
141

De regels van het taalspel

Vaardigheid: taalvermogen

In deze oefening beschrijf je spreektaal van mensen om te zien of sprekende mensen zich wel aan taalregels houden, en schrijf je de taal op die jij zelf bedacht hebt om een beetje te spelen met taalregels.

Maak de oefening
140

Marionettenspel

Vaardigheid: burgerschap

In deze oefening leer je hoe je met taal mensen kunt besturen – maar ook hoe anderen jou met hun taal besturen.

Maak de oefening