
Betwetertje
Vaardigheid: burgerschap
In deze oefening bedenk je een personage dat klein, jong en alwetend is. Een betwetertje dus: welke rol zouden die in de wereld van de volwassenen kunnen en moeten spelen?
Maak de oefening
Mening
Vaardigheid: burgerschap
In deze oefening meng je je als lezer in een polemiek tussen schrijvers en recensenten.
Maak de oefening
Groot goed
Vaardigheid: burgerschap
In deze oefening ga je je mengen in een polemiek die tot doel heeft voor de goede zaak te vechten.
Maak de oefening
Belangenafweging
Vaardigheid: burgerschap
In deze oefening ga je leren door het schrijven van een verhaal tot een belangenafweging te komen van al diegenen die bij een kwestie betrokken zijn die ofwel interessant vindt, of die je hoog zit.
Maak de oefening
Ad hominem
Vaardigheid: taalvermogen
Stel, je ben een polemiek – een woordenstrijd – met iemand begonnen. Je kunt dan kiezen voor twee dingen: je aanval richten op wat diegene schrijft, of op wie het schrijft. In dat laatste geval spreken we van ‘een ad hominem’ (een afkorting van het Latijnse argumentum ad hominem: een argument dat op de persoon gericht…
Maak de oefening
Fileren
Vaardigheid: burgerschap
In deze oefening kijk je hoe de schrijver Gerrit Komrij een plan om de rechten van het Nederlands in de Grondwet vast te leggen met scherpe pen aan flarden schrijft. En kijkt die kunst bij hem af.
Maak de oefening
Overdrijven
Vaardigheid: creativiteit
In deze oefening leer je de techniek van het overdrijven gebruiken en te doseren om het effect te krijgen dat je wilt.
Maak de oefening
Parool
Vaardigheid: creativiteit
In deze oefening ga je op zoek naar een lijfspreuk: een kort stukje tekst dat helemaal bij jou past.
Maak de oefening
Strafeis
Vaardigheid: genre
In deze oefening schrijf je een strafeis: is de verdachte schuldig, gezien de wet en welke straf past daarbij?
Maak de oefening
Smeekschrift
Vaardigheid: burgerschap
In deze oefening leer je een smeekschrift schrijven. Smeken die je misschien niet elke dag, maar als het een keer nodig is, hoe schrijf je dan?
Maak de oefening

