129 Schrijven over denken
In zijn Het Grote Autismeboek schrijft Erik Jan Harmens :
Bij mij bovenin is het altijd druk. Nooit staan mijn gedachten stil, geen tel. Mensen gaan op vakantie en zeggen: ‘Heerlijk, even de hele dag nergens aan denken.’ Maar als ik op vakantie ga en op een bedje ga liggen, denk ik: ik lig op een bedje.
- Maak groepjes van ca. 3 leerlingen.
- Een leerling schakelt de timer van zijn/haar telefoon in, op 5 minuten.
- Als de timer wordt gestart, schrijft iedereen in het groepje alle dingen op
– die hij/zij zelf doet
– die een ander (van je groepje) doet - Maak zo kort mogelijke zinnen (want dan krijg je er lekker veel van)
- Elke zin moet beginnen met ‘ik’, ‘hij/zij’
Voorbeeld:
hij zit op een stoel
ik schrijf
zij typt
ik kijk rond
hij kijkt rond
hij klemt zijn lippen op elkaar
ik hoor het getik van toetsenborden
- Start de timer.
- Stop met schrijven als de timer afgaat, en ga dan naar de volgende stap.
- Leg de teksten (dat zijn dus lijsten met korte zinnetjes geworden) naast elkaar.
- Verzamel van de andere lijsten de zinnetjes die over jou gaan.
- Check: hebben de anderen iets over jou opgeschreven dat jij niet zelf had opgeschreven?
Bijvoorbeeld: hij wiebelt op zijn stoel
Dan weet je zeker:
– je kunt niet in de werkelijkheid leven en alles tegelijk denken, zonder iets over te slaan.
– je kunt niet alles wat er gebeurt (en alles wat je doet) beschrijven en opschrijven.
Om alles te beschrijven wat je doet zou je de tijd stil moeten zetten, en dat gaat niet. Een boordevol hoofd dat druk is met zichzelf beschrijven, slaat heel veel over, sterker nog: maakt een specifieke keuze. De keuze om te denken: ik lig op een bedje, bijvoorbeeld.
- Schrijf een tekst van ca. een A4tje over de volgende kwestie:Je kunt opzettelijk ergens aan denken, maar ook overkomen gedachten jou. Ze worden automatisch door jouw brein gegenereerd. De hele dag door komen en gaan er nieuwe gedachten. Hoe zit dat bij jou? Zijn jouw hersenen de baas over jou? Speelt concentratie een rol? Spelen emoties een rol?