153 Parool
Een parool is een korte tekstje met een levenswijsheid die bij jou past. Denk maar aan een parool als ‘Het leven is een feestje maar je moet wel zelf de slingers ophangen’. of: ‘Niet lullen maar poetsen’.
Als het parool goed bij je past, laat het anderen zien hoe jij in het leven staat. Maar ook helpt het je mogelijk als er iets in je leven speelt waar je wel wat wijsheid bij kan gebruiken. Dan geeft het parool je richting en steun.
Je kunt een parool kiezen dat iemand anders al heeft geschreven, maar er ook zelf één schrijven. Of een bestaand parool een beetje aanpassen, zodat het echt van jou wordt. In deze oefening ga je op zoek naar je parool.
- Pak een leeg vel papier, en trek in het midden een streep zodat je twee rijen krijgt.
- Schrijf in de ene rij hoe je wilt dat anderen je zien, en in de andere rij wat je in je wilt in het leven.
- We geven een voorbeeld:
Ik wil dat anderen mij zien als: behulpzaam, betrouwbaar Ik wil in mijn leven: iets tot stand brengen, niet al teveel gezeur aan mijn hoofd - Je kan zoveel opschrijven als je wilt, maar het is misschien verstandig niet al teveel op te schrijven (want het moet straks allemaal in één parool passen). Dus probeer je te beperken tot wat je echt belangrijk vindt.
- Als je alles opgeschreven hebt wat je op wilt kijken, vergelijk dan de twee rijen met elkaar. Wat zie je dan? In het voorbeeld dat we geven is het bijvoorbeeld ingewikkeld dat deze schrijver én andere mensen wil helpen, maar ook niet veel gezeur aan het hoofd wil. Kan dat wel? Wat weegt er dan zwaarder? Dan zijn afwegingen die je alleen zelf kunt maken.
- Schrijf dan je afweging op. Dan zou in het geval van het voorbeeld kunnen zijn: “Ik wil andere mensen iets geven, maar ik wil ook dingen doen zonder andere mensen”.
Nu heb je een zin, maar daarmee heb je nog geen parool. Want erg flitsend of pakkend zal je zin nog niet zijn. Zet daarom nu een van de volgende stappen:
- Als je denkt dat je zelf niet iets beter kunt schrijven dan wat er al aan flitsende en pakkende tekstjes is, bezoek dan een site zoals Spreekwoorden.nl en zoek een bestaand spreekwoord dat bij je past.
- Als je denkt dat je zelf wel iets beter kunt schrijven, probeer dan wat dingen uit met de zin die je maakte:
- klinkt-ie beter als je rijmt? In het geval van het voorbeeld krijg je dan iets als geven maar ook zelf leven
- kun je in plaats van werkwoorden (in het voorbeeld: geven, leven) ook zelfstandige naamwoorden vinden die wat je wilt zeggen in een beeld vatten? Maak gerust een nieuw woord als dat beter zegt wat je wilt (in het voorbeeld: ‘een leefgeef’).
Er bestaat in Nederland sinds 1941 een krant die Het Parool heet. Journalisten hebben die dus opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was een daad van verzet tegen de Duitsers, die meer en meer probeerden te bepalen welk nieuws Nederlanders wel en niet te lezen kregen.
De journalisten gaven de krant de naam Het Parool omdat de krant een parool had. Dat waren twee woorden uit het Wilhelmus. Zou je de krant nu kopen, of lees je ‘m online, dan zie je die woorden nog steeds staan ‘vrij, onverveerd [=dapper]:
Maar er is met die twee woorden wel iets raars. toen het Wilhelmus rond 1570 geschreven werd, stond er dit: ‘ben ik vrij onverveerd’. De ‘ik’ is Willem van Oranje. Die zegt in het Wilhelmus dat hij een goede leider zou zijn in het verzet tegen de koning van Spanje. Die regeerde op dat moment over het huidige Nederland en Vlaanderen.
Er stond dus toen het Wilhelmus verscheen geen komma tussen ‘vrij’ en ‘onverveerd’. En dan betekenen die woorden wat anders. ‘Vrij’ hoort dan niet bij de ‘ik’ (zoals in het zinnetje: ik ben vrij en dapper). Maar bij onverveerd (zoals in het zinnetje ik vind dat vrij vervelend).
Zo gebruiken we het woord ‘vrij’ niet zo vaak meer. Er kunnen twee dingen gebeurd zijn: mensen zijn vergeten dat het iets zei over ‘onverveerd’, en dus ‘vrij’ en ‘onverveerd’ als twee aparte woorden gaan lezen. Of ze vonden de betekenis ‘vrij en onverveerd’ veel mooier, of beter, of passender, en zijn ze die twee woorden zo gaan lezen. Omdat je er in een liedtekst niet zomaar een woordje bij kan doen, ‘vrij en onverveerd’ past niet bij de melodie, was de beste oplossing een komma tussen die twee woorden te zetten, zodat iedereen ze voortaan als twee aparte woorden ging lezen: ‘ben ik vrij, onverveerd’. Als mensen het Wilhelmus zingen, dan hoor je misschien wel dat dat het eigenlijk geen twee aparte woorden zijn, want als je de melodie volgt, kun je de klemtoon alleen zo leggen: ‘ben ik vrij onverveerd‘ (de dikgedrukte woorden en delen van woorden krijgen een klemtoon).
Zelfs op de site van het Koninklijk Huis staat tegenwoordig die komma:
- Nu je dit alles weet, vind je dat Het Parool vandaag niet ‘vrij, onverveerd’ als parool moet voeren? Of mag je een bestaand tekstje best een beetje aanpassen om het geschikt te maken als jouw parool?
Kijk nu nog eens naar wat je al als parool opschreef.
- Als je een bestaande tekst nam, kun je die dan aanpassen zodat die nog beter bij jou past?
- Als je zelf een parool maakte, zijn er dan kleine dingen mogelijk (bijvoorbeeld met een uitroepteken, of een vraagteken, of dus een komma) die het nog beter maken?
- Leg je parool tenslotte voor aan je klasgenoten. Vinden die het bij je passen? En wat vind jij van wat zij gemaakt hebben?
- Koninklijk Huis, tekst van het Wilhelmus
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Parool archief