134 Tegenstrijdige taal

Mensen hebben taal uitgevonden en leren gebruiken om met elkaar te kunnen communiceren. Maar taalgebruik lang niet altijd recht-toe-recht-aan. Heel vaak moet je taal niet al te letterlijk nemen om te begrijpen wat er bedoeld wordt.

Dat kan komen omdat er soms juist helemaal niet staat wat wel bedoeld wordt. Je zou dat ’tegenstrijdige taal’ kunnen noemen. Taal die je pas begrijpt als je niet helemaal letterlijk neemt wat er staat,

Een goed voorbeeld is de taalconstructie ‘niet…maar’.

Ik wil je niet beledigen, maar die trui staat jou voor geen meter.
Ik wil niet veel zeggen, maar hij is gewoon geen centrale verdediger
Ik wil niet roddelen hoor, maar Carolien steelt wel vaker iets.

In al deze zinnen zegt iemand dat hij of zij iets niet doet, maar doet het daarna toch wel.

In deze oefening ga je met meer van dit soort zinnen leren schrijven. Want die zinnen zijn wel handig. Je kan er iemand iets vervelends mee zeggen maar ook duidelijk maken dat je het niet vervelend bedoelt, bijvoorbeeld.

  • Bedenk nu zelf 5 van dit soort zinnen, waarin je precies het tegenovergestelde doet en bedoelt van wat je zegt. Zinnen die je dus niet letterlijk moet nemen om te begrijpen wat ze betekenen.
  • Als dat echt niet lukt – misschien zeg je zelf altijd precies wat je bedoelt, en moeten mensen jou altijd letterlijk nemen – ga dan naar de volgende stap voor wat hulp.

Als het niet zo gemakkelijk was om die zinnen te bedenken, kun je het volgende doen:

  • Zinnen maken waarin je een van deze woorden of groepen woorden gebruikt, en ook weer die “...niet …. maar“-constructie:
    • geen slecht gevoel geven
    • niet lastig vallen
    • niet weg hebben
    • niet buitensluiten
  • Wat doet deze ‘niet……maar’-constructie precies? Schrijf in ca. 40-60 woorden op hoe jij dit ziet.
  • Als je er niet uitkomt, en het niet lukt het op te schrijven, zoek dan wat hulp in de volgende stap.

Als het niet zo gemakkelijk was om die zinnen te bedenken, kun je het volgende doen

  • Betrek een of meer van de volgende termen in jouw antwoord:
    • beleefdheid
    • ongemakkelijk
    • verschil
    • waarheid
Zoek een nieuwe oefening
Neem contact met ons op