140 Marionetten
Mensen reageren de hele dag met elkaar met taal. De een zegt iets, de ander zegt iets terug. Als je met elkaar praat, ben je elkaars gedachten aan het beïnvloeden. Soms kun je je gesprekspartner zelfs manipuleren, besturen bijna. Bijvoorbeeld: als jij de deur uitgaat, en je roept ’Doei!’ tegen je moeder, dan roept zij ‘Doei’ terug. Jouw moeder doet dit alleen maar omdat jij bent begonnen met jouw doei-groet. Ze is als het ware een marionet waarvan jij aan het touwtje trekt.
In deze oefening ga je daarmee aan de slag.
- Verzin nog vier situaties waarbij degene tegen wie jij iets zegt een volledig voorspelbare reactie geeft. Een reactie die is wat hij is door wat jij zegt. Schrijf dit op als een dialoog tussen jou en die ander.
Bijvoorbeeld
–Ik: ‘Doei’
–Mijn moeder: ‘Doei’.
Je kunt een mens zien als een lichaam waar kennis in is opgeslagen. Als een vat vol water, of een net vol pingpongballen. Als jij een vraag stelt, komt het antwoord uit het lichaam rollen. Alsof je een gaatje in het watervat prikt, of een gat maakt in het net met pingpongballen. Het antwoord stroomt er vanzelf uit.
Voorbeeld:
– Ik: hoe heet je?
– De ander: Govert
– Ik: waar woon je?
– De ander: in Sittard
– Ik: hoe oud ben je?
– De ander: 16
- Schrijf nu zelf een dialoog (=gesprekje) van 10 zinnen tussen jou en iemand (verzin zelf maar tegen wie je wilt praten) dat op deze manier verloopt. Het gesprekje verloopt dus als het goed is, geheel voorspelbaar.
- Laat het eventueel aan een klasgenoot lezen, om te checken. Vindt die klasgenoot elk antwoord op elke vraag in het gesprekje dat je schreef ook voorspelbaar?
Met taal kun je ook de emoties van je gesprekspartner beïnvloeden. Dan voel je je misschien nog wel meer een ‘marionettenspeler’, omdat je dan degene met wie je praat een beetje lijkt te besturen.
- Schrijf nu zelf een dialoogje van 30 zinnen waarin jij je gesprekspartner achtereenvolgens probeert
- te verwarren
- te enthousiasmeren
- boos te maken
- te laten twijfelen
- gelukkig te maken
Dat zijn dus heel veel emoties in 30 zinnen! Let op: het moet wel een logische dialoog zijn, een gesprek dat ook echt zo zou kunnen voorkomen.
In een echt gesprek zijn beide deelnemers marionettenspelers! Er nooit bijna nooit één iemand die stuurt, en één iemand die bestuurd wordt. Iedereen probeert met taal te sturen hoe de ander zal reageren.
- Schrijf nu een dialoog van 30 zinnen waarin zichtbaar wordt dat beide gesprekspartners elkaar beïnvloeden.