128 Woordenwolk
Iedereen heeft wel eens een vol hoofd. Soms is dat prima, want dat kun je lekker nadenken over allerlei verschillende dingen. Maar vaak is het ook irritant, omdat je hoofd een wirwar lijkt waarin je ook zelf je weg niet kunt vinden. Laat staan dat de goede woorden uit je mond rollen die anderen duidelijk maken wat er in je hoofd omgaat. In deze oefening ga je dit probleem niet oplossen, maar er creatief mee aan de slag. Je maakt er gebruik van dat je in een taal allerlei woorden aan elkaar kunt plakken. Zo maak je woordwolken: woorden die samen precies zeggen hoe je je nu voelt.
We gaan om te beginnen twee lijsten maken. Een lijst met positieve woorden, en een lijst met negatieve.
- Neem iets in gedachten dat je geweldig vond. Bijvoorbeeld: een actiefilm die je laatst in de bioscoop hebt gezien.
- Maak een lijst van 4 woorden die beschrijven hoe geweldig dat ‘iets’ was:
Bijvoorbeeld:
– spannend
– grappig
– effectvol
– mysterieus
- Neem nu iets in gedachten dat je vreselijk vond. Bijvoorbeeld: een etentje bij je tante.
- Maak ook een lijst van 4 woorden die beschrijven hoe vreselijk het was:
Bijvoorbeeld:
– saai
– langdradig
– lawaaiig
– vreselijk
We nemen nu de volgende stap op weg naar de woordwolk.
- Zet nu in de lijst met positieve woorden twee dingen die je het liefste eet
Bijvoorbeeld: pizza, mandarijnen
- Zet nu in de lijst van negatieve woorden twee dingen die je helemaal niet graag eet of zelfs vies vindt
Bijvoorbeeld: leverworst, kersen
- Zet nu in de positieve lijst je favoriete kleur
Bijvoorbeeld: groen
- En in de rechterlijst de kleur die je het lelijkst vindt
Bijvoorbeeld: donkerpaars
We gaan de lijsten nu verdiepen.
- Bedenk waarin je heel erg geïnteresseerd bent: in auto’s? In boeken? In voetbal? In robots? In de natuur? In beauty? In R&B? Dat is voor iedereen anders.
- Schrijf ook over je interesse een woord in je positieve lijst, en een in de negatieve.
Bijvoorbeeld als auto’s jouw ding zijn, in de positieve lijst:
Ferrari
En in de negatieve lijst
Land Rover
Je hebt nu 2 lijsten van elk 8 woorden. Daar gaan we nu een lang woord van maken.
- Neem om de beurt van elke lijst een willekeurig woord en plak die aan elkaar.
- Als je het kiezen moeilijk vindt, kun je ook een dobbelsteen gebruiken (woord 1 = 1 op de dobbelsteen, en zo verder), dan gaat het kiezen vanzelf.
Jouw woord zal er dan ongeveer zo uitzien:
groenkersenferrarisaaigrappiglawaaiigpizzalandroverspannendlangdradigmandarijnendonkerpaarsmysterieusvreselijkeffectvol
Een woordprop waar veel emotie in zit. Een woord waarin van alles tegelijk gebeurt. Een woord dat zichzelf in de weg zit, want er gebeurt zoveel in dat het niet meer goed te lezen is en betekenis kan krijgen. Dus we zijn nog niet klaar met de woordwolk. Het is nu eigenlijk meer een woordprop.
- Lees je woord hardop en doe dat steeds sneller: oefenen dus! Maak er een wedstrijd van. Met jezelf of met anderen. Hoe snel krijg je het uit je mond?
- Is dit een beetje hetzelfde wat er in je hoofd gebeurt als je een vol hoofd hebt, en je hoofd een wirwar lijkt?
- Maak nu van de woordprop een woordwolk door je lange woord weer uit elkaar te trekken, en sommige woorden die je heel belangrijk vindt groter te schrijven, of in het midden van de wolk te zetten (want die woorden lees je het eerst als lezer).
- Kijk eens goed naar de woordwolk en schrijf op wat de woordwolk voor jou betekent, in drie zinnen.
- Nu je die zinnen hebt, moet de woordwolk nog wat groter, ontbreken er nog woorden? Vul die dan aan.
- Laat het resultaat eventueel aan iemand anders lezen, en vraag of die van de woordwolk ook drie zinnen wil maken. Zijn dat een beetje dezelfde zinnen die jij maakte?