73 Scheldkanonnade
Schrijvers kunnen schelden als geen ander, omdat ze geen bestaande scheldwoorden voor lief nemen, maar nieuwe woorden of woordcombinaties kunnen verzinnen. Voltreffers (succesvolle woorden) als ‘milieu-malloot’, dubbelloopsgeweren als ‘gemiddeld gansje’, kanonnades als ‘hoogbejaarde foetus die stijf staat van de infantiele fixaties en frustraties’. Het gaat hierbij om experimenten met geslaagde vormen en klanken, waardoor een belediging (iemand figuurlijk pijn doen) nog beter aankomt.
In deze schrijfoefening ga jij zelf een scheldkanonade (oftewel een roast) schrijven na eerst dit genre beter te hebben verkend door enkele voorbeelden. Een scheldkanonade is een speech waarin jij iets of iemand beschimpt, oftewel beledigt. Je hoeft je scheldkanonade niet voor te dragen.
Wat doet een scheldkanonnade (ook wel: schimprede) nu verschillen van een flinke schimprede tussen twee boze buren? Op de eerste plaats het taalgebruik. In een scheldkanonnade gebruik je geen alledaagse scheldwoorden, zoals ‘flapdrol’ of ‘hoerenzoon’, maar wil je door dichterlijke taal de ander te grazen nemen. De dichter Willem Kloos (1859-1938) blinkt hierin uit met het zogenoemde ‘scheldsonnet’. Lees hierover deze teksten:
- Wat is een scheldsonnet? Lees het scheldsonnet in het Algemeen Letterkundig Lexicon.
- Wat zijn goede voorbeelden van scheldsonnetten? Lees dat hier.
- Welke beledigingen gaan schuil in de scheldsonnetten van Kloos? Zouden de boodschappen van deze scheldsonnetten ook nu nog gelden? Waarom wel, of waarom niet?
Kloos hekelde (bekritiseerde) in de vorige scheldsonnetten de nepkunstenaars en de volksmisleiders. Hij had een bepaald publiek voor ogen die hij eens goed de waarheid wilde vertellen. Dat vormt het begin van een geslaagde schimprede: iets of iemand die jij wil beledigen. Denk na over deze vragen:
- Over wie of wat wind jij je weleens op?
- Wat is een onderwerp dat jou heel kwaad kan maken?
- Is er een bepaald onrecht in de wereld dat jou heel boos maakt?
- Wat is de oorzaak van dit probleem en waarom wordt het niet opgelost? Komt dat door een bepaalde persoon, of misschien door de natuur?
Nu ga je beginnen met het schrijven van je schimprede. Neem het onderwerp dat je bedacht had en schrijf in 250-350 woorden een tekst waarin je de slechtheid of waardeloosheid ervan betoogt. Ga op zoek naar mooie woordcombinaties, maar ook zonder deze kan je een goede schimprede schrijven.
Voorbeeld:
Welke formulering in een schimprede tegen snoepfabrikanten is beter? Probeer zulke ook in jouw schimprede te gebruiken.
- ‘Die smerige suikersukkels vullen onze kinderen met obesitassen vol vergif.’
- ‘Snoepfabrikanten maken producten die ongezond zijn voor kinderen.’
Schimpredes worden vaak niet serieus genomen en eerder gezien als een vorm van vermaak. Denk bijvoorbeeld aan de roasts van BN’ers (Bekende Nederlanders). Waarom is dat zo? En wat moet er veranderen aan een schimprede om wel effectief (doeltreffend) te zijn?
Herschrijf jouw schimprede met dit idee. Stel je voor dat je werkelijk schrijft voor die ene persoon aan wie je je schimprede richt of die jouw probleem kan oplossen, wat verander je dan aan je eerste tekst? Voer minimaal 3 wijzigingen door in je schimprede.
In deze laatste stap ga je je schimpredes vergelijken met een medeleerling en met elkaar in discussie. Zoek iemand op en wissel elkaars schimpredes uit. Lees ze goed door en bespreek dan deze vragen:
- Welke taalkeuzes vielen je op? Bepaalde vormen van dichterlijke taal (bv. nieuwe woordcombinaties)? Of andere originele formuleringen (de wijze waarop en woorden waarmee zinnen zijn opgebouwd)?
- Welke wijzigingen in de schimprede heb je gevonden in de herschreven versie?
- Zou jij worden overtuigd door de herschreven schimprede? Waarom wel, of waarom niet?