146 Verzekering
Ieder mens wil dat het goed met ‘m gaat. Dat alles lekker loopt, dat alles wat goed gaat in je leven hetzelfde blijft. Helaas kan dat niet. Bijna alles verandert steeds. Een bevriende klasgenoot wordt ernstig ziek, door een storm valt er een boom op je huis, je tante en oom gaan scheiden, en meer van dat soort ongeluk en pech.
Sinds ongeveer 200 jaar bestaan er verzekeringen tegen sommige vormen van ongeluk en pech. Je betaalt een bedrag per maand, en als er gebeurt waartegen je verzekerd bent, betaalt de verzekeringsmaatschappij de kosten. Dus een ziektekostenverzekering betaalt de rekening van het ziekenhuis als je daarheen moet om beter te worden. Zo betaalt de autoverzekering uit als er een boom op je auto valt en de voorruit kapot maakt.
Verzekeringen maken het leven lichter, maar kijken alleen je geldzorgen te verlichten. Tegen pech zelf kun je je niet verzekeren. Een ziekteverzekering zorgt er niet voor dat je geen ziekte krijgt, maar zorgt alleen voor geld om je rekening van het ziekenhuis te betalen.
In deze oefening gaan we eens zien of we daar toch nog niet iets verder mee kunnen komen. ‘Verzekeren’ betekent volgens het Van Dale-woordenboek: ‘veiligstellen’. Wie en wat kun jij allemaal verzekeren, als je wat creatief met taal weet om te gaan?
- Bedenk een vorm van pech of ongeluk (een vorm die geld kost als je ermee te maken krijgt), en waar jij een verzekering tegen zou willen afsluiten.
- Schrijf wat je bedacht hebt in één woord op (bijvoorbeeld: verdwaalverzekering), of omschrijf in een paar woorden waartegen je je wilt verzekeren.
- Vergelijk met de klas jullie verzekeringsideeën. Zitten er goede bij?
- Bestaat de verzekering misschien al die jullie bedacht hebben? Zoek dat uit met hulp van het internet.
Stel je zou je ergens tegen kunnen verzekeren waar je nu geen verzekering voor kunt vinden op het internet, en waarvoor je misschien denkt dat ook geen verzekering te maken is. Deze verzekering gaat geen kosten dekken in geval van pech of ongeluk, maar gaat ervoor zorgen dat iets zo gebeurt als jij dat wilt. Bijvoorbeeld: ‘Een verzekering voor dat mijn ouders altijd bij elkaar blijven.’
- Beschrijf in ca. 200 woorden
– waar je je tegen wilt verzekeren
– waarom je dat wilt
– hoeveel jij er voor wilt betalen. Een maandbedrag, of in één keer een groot bedrag. - Is deze verzekering dus ondenkbaar? Is deze pech of dit ongeluk echt niet met geld te koop? Of kun je iets dit veilig stellen op een andere manier, niet met geld maar met iets anders?